Annet Mooij waarschuwt meteen in haar inleiding de lezers al voor het feit dat ze te maken krijgen met een hoofdpersoon die vele tegenstrijdigheden in zich verenigt. En daarmee is werkelijk geen woord miszegd, zo bewijzen de erop volgende haast 400 pagina’s, waarin het lange en veelbewogen leven van Gisele d’Ailly-Watersloot van der Gracht beschreven wordt. Enkele leden van de Leeskring werd het haast teveel, want Gisele toont in dat lange leven ook minder sympathieke, vaak ook moeilijk te begrijpen kanten van zichzelf. Dat laatste geldt zeker voor haar relatie met het Castrum Peregrini, de onderduikgemeenschap die ze in de oorlog onderdak bood in haar tweekamerwoning en die ze blijft steunen, hoewel ze als vrouw zelf geen toegang heeft tot deze verheven culturele gemeenschap. Onbegrijpelijk is het voor sommigen vooral dat ze vormen van seksueel misbruik binnen deze kring blijft vergoelijken. Een verwarrende vrouw, is de conclusie van de Leekring, maar dit heeft niet geleid tot een verwarrend boek.