Curaçao is de plek waar de film zich afspeelt. Hoofdpersoon is de 11-jarige Kenza, een meisje dat haar jonggestorven moeder nooit gekend heeft. Haar vader is van mening dat wat je nooit gekend hebt, je ook niet zult missen. Hierbij slaat hij de plank stevig mis zoals zal blijken in het verdere verloop van de film.
De magisch denkende en aan oude eilandrituelen verknochte grootvader speelt een belangrijke rol in de verzoening tussen de vader en Kenza en beider acceptatie van dat leven en dood met elkaar verbonden zijn. Rituelen blijken daarbij van grote waarde te zijn en troost te bieden.